De donkere kamer

Aly Freije & Annemarie van Buuren

uitgeverij In de Knipscheer, 2023

 

Recensies

Gedichten voor wie wil zoeken en nieuwsgierig is naar de eindigheid | recensie ★★★★★

Albertina Soepboer • Boeken

• donderdag 26 oktober 2023 Dagblad van het Noorden

 

Een selfie maken valt niet meer weg te denken uit onze digitale cultuur. Je pakt je mobiel, je gezicht kijkt naar het scherm en hupsakee, daar sta je dan midden in je eigen foto. 

Het is een snelle manier van een foto maken en het gaat om niks anders dan jezelf laten zien. Wie de nieuwe dichtbundel De donkere kamer van Aly Freije (Veelerveen, 1944) ter hand neemt, ontdekt dat er andere manieren zijn om te laten zien wie je bent. Samen met fotografe Annemarie van Buuren maakte ze een intrigerende zoektocht naar wie we zijn op deze chaotische planeet en ook hoe eindig dat is. 

Het motto van de bundel staat in een gedicht: ‘een dichter moet als een fotograaf / de donkere kamer in om aan het licht / te brengen, verlies een grond te geven’. In gedichten die overrompelen met metaforen en diffuse zwart-witfoto’s wordt dat verlies in kaart gebracht. Dat een engel, als lichtdrager en gevederd wezen daar een belangrijke rol in speelt is geen toeval. Zijn komst is dubbelzinnig: ‘ze betrekt een zeecontainer / krijgt een engel aan de deur die hoest / ze weten beiden van de dissonanten / een knarsend slot, wrakhout’. Ze gaan het avontuur aan, het is schimmig net als de foto’s en tot slot brengt de engel tekens als de ‘ik’ bijna verdrinkt.

Met doodse ogen staarden dictators 

In de volgende twee delen worden de gedichten en de foto’s steeds scherper: ‘in foto’s probeert ze verlangen / vast te leggen, het waaien / van boomtoppen, wuivend gras / geuren van jeneverbes / vervliegend over een onbevangen lijf’. Tegelijkertijd is daar deze wereld: ‘oorlognieuws rukte op, een wereld op zijn kop / met doodse ogen staarden dictators / uit weggeslagen gevels’. Hoe blijven mensen dan verdergaan? 

In het laatste gedicht komt iets wat je als antwoord mag lezen: 

het snelle vleugelgewapper 

van een stijgende veldleeuwerik 

de geuren van bloei 

van sterrenmos en vrouwenmantel 

getinkel en tinteling op de huid van zon en wind

(...) 

het zachte zoemen 

van de draaiende planeet 

waarop we horizon zoeken 

tot onverbiddelijk 

een rand is bereikt 

De donkere kamer is een bijzonder geheel van foto’s en gedichten die laten associëren en verbinden. De foto’s tonen randen van landschappen, dingen, maar ook het lichaam van een vrouw, een plant. Deze beelden laten langzaam dingen tevoorschijn komen, een groot contrast met de snelle selfie. Dit is een bundel voor wie wil zoeken, reflecteren en dan weer rustig ademhalen. 

Freije en Van Buuren 

Titel De donkere kamer 

Auteur Aly Freije & Annemarie van Buuren 

Uitgeverij In De Knipscheer 

Prijs 16,50 euro (48 blz.) 

★★★★★

 

Hetty Marzak in MeanderMagazine

Een taal die je doet luisteren als naar een oud verhaal

 

(…) Freije weet met symbolen en beelden een landschap op te roepen dat vol is van dreiging, verlies en rouw. Landschappen en de elementen van lucht en water zijn betekenis dragend in deze gedichten, misschien omdat de dichter zelf afkomstig is uit het hoge noorden van Groningen, waarmee ze zich sterk verbonden weet. Haar geboortegrond is een bron van inspiratie voor de verhalen die zij in haar gedichten weeft. Die zouden goed passen in de eeuwenoude verteltraditie in Groningen, waar de oudste Nederlandse sprookjes vandaan komen. Ook geven haar de gedichten soms dezelfde sfeer weer die je aantreft in de gedichten van Hendrik de Vries in zijn bundel ‘Toovertuin’ uit 1946. De beelden die Freije gebruikt, zijn visueel en voorstelbaar, maar altijd blijft er een vleugje geheimzinnigheid hangen en niet alles wordt verteld. Er is een verbondenheid met mensen en gebeurtenissen uit het verleden die hun schaduw werpen in het heden, er is een gevoel van verlatenheid en verdriet, gevat in een taal die je doet luisteren als naar een oud verhaal. (…)  Annemarie van Buuren gebruikte voor de foto’s uit deze bundel een houten droge-plaat camera uit 1880, waarvan de afdrukken nevelig en suggestief zijn. Daardoor roepen ze een geheel eigen sfeer op van vroeger, van verlangen en verleden en daarom passen ze wonderwel bij de gedichten van Freije. Het is een spel geworden van associëren en reageren op elkaars werk, een interactie van beeld en taal.

 

Meer over De donkere kamer

Meer over Aly Freije bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Annemarie van Buuren bij Uitgeverij In de Knipscheer

 

Jan de Jong in Tzum

Een feest van licht

Sommige van de mooiste gedichten zijn geïnspireerd op beeldende kunst. Zij brengen het voor iedereen zichtbare onder woorden zonder de meerduidigheid van het kunstwerk in kwestie, vaak een schilderij, geweld aan te doen. We kennen voorbeelden van zo uiteenlopende dichters als Vasalis of Hugo Claus, maar ach, welke dichter heeft zich niet ooit door de muze van een ander laten inspireren? Daar is helemaal niets mis mee.

Met de samenwerking tussen dichter Aly Freije en fotograaf Annemarie van Buuren is evenwel iets anders aan de hand. Hun samenwerking dateert van enkele jaren geleden, toen ze in een project op elkaars werken reageerden met nieuw werk. In De donkere kamer lijkt de samenwerking weer iets losser, maar juist daardoor wel weer intenser. Zowel de dichter als de fotograaf ging op zoek naar onvolmaakte of beschadigde landschappen en liet die op zich inwerken, waarna de ‘dichter […] wellicht het onzichtbare [kan] bovenhalen en de fotograaf het onzegbare laten zien’, zo belooft de achterflap. Een belofte die de bundel zeker waar maakt.

De donkere kamer bestaat uit drie delen. Het laatste deel, ‘Grondwerk’, opent met een foto van Annemarie van Buuren (zie boven).

Daarop volgt dit gedicht van Aly Freije:

 

ze loopt door de houtwal van haar jeugd
het is een tijd van zoeken, wachten

 

als meisje had ze een wens
een eigen plek bij naderend
onheil in het voorhuis
de alarmroep van een roek
indringers, een piemelman
ze had een zaag

 

tussen stammen mat ze een vierkant af
daar was de vloer, verzamelde lange takken
bond ze met touw, sneed buigzame twijgen
bouwde muren op

 

schoffelde door brandnetels en zevenblad
er moest een moestuin komen
ze kroop de woning in, omarmde zichzelf
tot het avondlicht door het bladerdak
oranje-rood over haar schouders stroomde
ze vouwde fantasieën open

 

Het meisje probeert haar angsten te bedwingen door voor zichzelf een veilige omgeving in de natuur te creëren. Ze transformeert de houtwal tot een soort van hortus conclusus, een tuin waarbinnen zij beschutting vindt. De foto verbeeldt een min of meer gelijkwaardig narratief: een kwetsbare (want naakte) gedaante zoekt beschutting in een bouwsel van takken.

Beide kunstwerken, het gedicht en de foto, kun je als lezer/kijker vervolgens verbinden met je eigen interpretatie of je eigen verhaal – zoals dat gewoon is in de kunst.

Toch vermag de taal hier iets, wat het beeld ten enenmale ontbeert. Zij kan naar hartenlust alles wat er staat met een paar woorden terugdraaien, in een ander perspectief plaatsen, of zelfs ontkennen. Waar beeld en tekst beide volop putten uit natuurmotieven en een verbeelding aan de dag leggen die op zich een mer à boire is voor de kijker/lezer, zet het gedicht met de vier slotwoorden alle leeservaring op losse schroeven. Wil ‘ze vouwde fantasieën open’ immers niet zoveel zeggen als: al het voorgaande is nauwelijks meer dan wat er staat, maar nu is het moment aangebroken om de verbeelding erbij te halen. Want behalve een amper uitputtende bron voor interpretatie zijn foto en gedicht natuurlijk ook iets statisch: een verzameling letters en woorden, dan wel lichtschakeringen en pixels, die in zichzelf geen dynamiek kennen. Maar in die laatste regel van het gedicht schuurt die dynamiek ineens onvoorwaardelijk tegen de statische tekst aan. Zo’n beetje als bij het gedachtestreepje aan het eind van veel gedichten van Gerrit Kouwenaar. Juist die schuring verheft poëzie net dat beetje boven beeldende kunst en maakt van deze donkere kamer alsnog een feest van licht.

 

Aly Freije en Annemarie van Buuren – De donkere kamer. In de Knipscheer, Haarlem. 48 blz. € 16,50.